Wat vertelt spel over jouw kind?

geplaatst in: Speltherapie | 0

Wat vertelt de manier van spelen over jouw kind. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld leg ik je uit hoe je het spel van je kind kunt lezen.

 

Telefoontje van de buurvrouw

Iris is 5. Ze woont met haar broertjes en ouders in een gezellige kinderrijke straat. Ze speelt graag buiten. Als haar moeder door het raam kijkt ziet ze vaak dat Iris met grotere kinderen in de straat speelt.

Dan krijgt moeder een telefoontje. Van de oude lieve buurvrouw 5 huizen verderop. Deze buurvrouw vertelt dat Iris bij haar aan de deur komt om snoepjes of ander lekkers te vragen. Iris moet het dan voor de hele groep kinderen vragen. De buurvrouw vindt dit vreemd en wilde dat in ieder geval even melden.

Een paar weken later blijkt dat Iris op school in de pauze haar sandalen onder het zand heeft verstopt. Ze kwam op blote voeten de klas weer in. Later vertelt Iris dat ze haar sandalen uit moest doen van een van de grote jongens en dat hij ze had verstopt in de zandbak. Ze wist daarna niet waar ze moest zoeken. Er volgen meer incidenten en Iris heeft steeds vaker nachtmerries en slaapt daardoor steeds slechter in. Haar ouders besluiten haar aan te melden voor speltherapie.

 

Kijk eens hoe jou kind speelt

Herkenbaar? Is jouw kind ook niet opgewassen tegen alles wat anderen van hem of haar willen? Of zit het niet lekker in zijn vel? Kijk dan eens hoe je kind speelt.

Kinderen zijn natuurlijk net zo verschillend als volwassenen. De ene knutselt graag terwijl een ander graag het poppenhuis mooi neer zet en een derde het liefst buiten met zand en water kliedert.

Op zich is wat een kind speelt niet van belang. Wel hoe een kind speelt. Zeker als je je zorgen maakt, is het goed om het spel van je kind in de gaten te houden.

 

Spelende kinderen rond 3-4 jaar

Speelt je kind niet of nauwelijks met andere kinderen? Tot een jaar of 3 is dat normaal. Daarvoor is het naast elkaar spelen. Rond 3 jaar beginnen kinderen op elkaars spel te reageren. De ene rijdt per ongeluk met een autootje tegen een blokje, de ander doet dat na en ineens hebben twee peuters de grootste lol samen. Rond 4 jaar gaan ze echt samen spelen, ze overleggen samen en vullen elkaars ideeen aan. Vanaf 6 jaar kunnen ze steeds beter omgaan met emoties in het spel, winst en verlies bij een gezelschapsspel wordt bijvoorbeeld steeds makkelijker.

Dan kan je kijken hoe een kind inhoudelijk speelt. Gaat het echt op in het spel of niet? Gebruikt het fantasie of rollenspel? Is het veel aan het kliederen?

 

Ontdekken van de wereld

Het eerste jaar ontdekt een kind de wereld. Voelen, ruiken, proeven zijn belangrijke manieren van het ontdekken van de wereld. Daarna ontdekt het dat het wat kan doen met de materialen die het aangeboden. Van blokjes wordt een toren gebouwd, die weer omgegooid wordt.

Met autootjes wordt eindeloos gereden, langzaam en hard, over verschillende oppervlaktes. De volgende fase is dat een kind ontdekt dat het kan ordenen, puzzelen wordt nu ook interessant, maar ook autootjes of popjes worden nu mooi neergezet en torens worden mooie torens. Dit is de stap die nodig is om nog wat later tot verbeeldend spel te komen. De toren wordt een kasteel, de rij autootjes een file die naar het strand gaat. Tot slot wordt het een echt verhaal waarin de autootjes in de file op elkaar kunnen gaan mopperen omdat ze niet opschieten en omdat het zo heet is.

 

Meer vaardigheden

Deze fases lopen door elkaar heen en zijn niet heel precies aan leeftijden te koppelen. Een kind van 6 geniet nog net zo van het scheppen in het zand als een peutertje van 2. Wel heeft het natuurlijk veel meer vaardigheden en wordt het zandkasteel van een 6 jarige anders. Vaak wordt dit kasteel versiert met schelpen, stenen of zachtzand. Waarbij het kind sensopatisch spel combineert met het mooi maken, het esthetische spel. Voorgaande fases worden vaak gebruikt om tot een hogere vorm van spel te komen.

 

Speelkamer

In de speelkamer blijkt dat Iris eigenlijk niet speelt op het niveau dat van haar leeftijd verwacht wordt. Er komt geen verhaal los, terwijl dat wel te verwachten is bij een 5 jarige. Ze legt een pop in bed, doet de dekentjes erover heen, maar heeft geen zorg voor de pop. Even later haalt ze de pop weer uit bed en legt haar er weer in, de dekentjes gaan er weer overheen. Het is handelend spel. Ze weet nog niet hoe ze moet spelen met de pop. De pop blijft een pop en wordt in haar spel geen baby.

 

Sociale verhoudingen en posities

In de speelkamer wordt het haar voorgedaan. De speltherapeut laat huilgeluidjes horen en loopt naar de wieg waar ze de baby troost en een flesje geeft. Na even spelen met de baby, wordt de baby weer in bedje gelegd. Na een aantal keren begint Iris dit na te doen. Ze glimlacht tegen de baby en geeft de baby een luier.

De speltherapeut moedigt aan door te benoemen hoe blij de baby is met de schone luier. Al snel heeft Iris door hoe ze voor de baby kan zorgen en breidt ze dit zelf uit met de baby in badje doen en uitgebreid knuffelen. De pop is een baby geworden. Nu kan Iris verschillende posities innemen. Ze wordt grote zus van de baby, Oma van de baby en de oppas. Dit spel leert haar over sociale verhoudingen en posities. Ze ontdekt waar ze zelf staat en kan keuzes maken voor zichzelf.

 

De incidenten zijn verdwenen

Thuis blijkt ze steeds beter te begrijpen wat andere kinderen doen. Iris begrijpt wat alsof spel is en kan hier nu makkelijker in meedoen. Ze laat zich niet meer door anderen vertellen wat ze moet doen, want ze kan nu zelf bedenken wat ze wil spelen. Na een tijdje speelt ze op straat niet meer met de grote kinderen, maar juist met de wat jongere kinderen en haar leeftijdsgenootjes. De incidenten en nachtmerries zijn verdwenen en Iris heeft de speltherapie niet meer nodig.

 

Gerelateerde informatie

 

Contact

Heb je vragen? Of wil je meer inhoudelijke informatie van mij ontvangen. Neem dan gerust contact met mij op.